In ‘De Eerste Reizen’ (deel 1 van de trilogie HEXAGON, Het Genootschap van het Zachte Licht) vindt Dylan in een tunnel bij het huis van zijn overleden Oom Louis een geheimzinnige lichtgevende staaf. Die oom was koster en de meeste mensen vonden hem een zonderling. Dylan ontdekt dat hij daarmee ongemerkt en met tijdwinst door onzichtbare tunnels kan reizen. Probleem: zijn vader Charles vindt hem een fantast en ook zijn beste vriend Roy gelooft hem niet. Maar Carla, een gothic-meisje dat hij nog maar pas kent, reageert positief.
Dylan slaat aan het experimenteren en stuit al snel op een Collector van Het Genootschap van het Zachte Licht: de lichtstaaf moet worden ingeleverd. Met veel kunst- en vliegwerk weet hij te ontsnappen.
In ‘De verre tochten’ (deel 2 van de trilogie) slaan Carla en Dylan de handen ineen; samen gaan ze op zoek naar haar vader. Die liet zijn gezin in de steek en werkt sindsdien op diverse archeologische vindplaatsen. Zij vinden hem uiteindelijk in Frankrijk, in de ruïnes van de abdij in Les-Trois-Fontaines. Dan grijpt Het Genootschap in en ontvoert Dylan naar de kathedraal van Chartres. De geheimzinnige staaf wordt hem afgepakt. Maar helaas: Eugène de gids die zij hem toewijzen om terug naar huis te keren, glijdt uit over een bananenschil en lijkt zijn geheugen kwijt te zijn.